Wie voert hier de regie van de Stad?

(Den Haag Centraal/Kridelahé 25 juni 2010)

‘Hergebruik’: een geliefd thema omdat het architecten er altijd weer een vrijbrief in zien een oud gebouw of monument zodanig open te breken of te pimpen dat het naar hun zeggen weer eigentijds is. Gek genoeg staat de tijdloze schoonheid van een gevelcompositie nooit centraal en hetzelfde geldt voor de schilderachtigheid van een route, de troost van een park of de beschutting van een plein. Het onzinnige hiervan is dat sommige architecten en stedenbouwkundigen doen alsof architectuur en stedenbouw passé zijn. Alsof ze net als atonale muziek, action-painting of dadaïstische dichtkunst uit de belangstelling zijn geraakt van het grote publiek.

Toen sprake was van het opknappen van de bebouwing rond het Tesselseplein in Duindorp is door stadsstedenbouwer Maarten Schmitt ook een inrichtingsvoorstel gepresenteerd. Aan dat rechthoekige plein staan portiekwoningen uit de jaren dertig met aan drie zijden winkels. Een plantsoen met haringkar, bloemenkiosk en bushalte vormde er het rustgevende middelpunt. Schmitt ruimde het plein leeg, legde er diagonaal een wegenkruis in en versneed de openbare ruimte zo in een viertal driehoekige übertrottoirs waarop ambulante handel, bomen en parkeervakken zijn geperst. Het eindresultaat is een dramatische chaos en door de bomen terug te planten in een onafzienbare zee van bestrating is elke vriendelijkheid verdwenen. 

Dit eenvoudige voorbeeld illustreert hoe ontwerpers eigen trends en modegrillen toepassen in de bestaande stad. De ronduit onhandige inpassing van de toegangen naar de Tramtunnel van Rem Koolhaas in de Grote Marktstraat is een ander voorbeeld: die verspreide obstakels maken een fraaie, samenhangende inrichting onmogelijk.
Of het eindresultaat aantrekkelijk is en of het zal functioneren is dikwijls ondergeschikt aan de egotripperij van de architect die liever dan een goed resultaat een ontwerp-statement scoort. 

‘Eigentijds’ 
Uit angst om te worden versleten voor een ontwerper, een dienst of zelfs een hele stad zónder talent, inspiratie of hippe ambitie zijn de laatste jaren nogal wat zonderlinge projecten voorgesteld. Een lange stoet masterplannen en inflexibele uitwerkingsplannen zijn opgesteld waarvan de houdbaarheidstermijn, dankzij de crisis helaas ver overschreden is. Deze droge constatering betekent behalve een zekere bestuurlijke naïviteit ook dat gemeentelijke diensten de politiek op haar beurt slecht hebben bediend. En zo kon het voorkomen dat in april wethouder Marnix Norder zijn ‘M-gebouw’ voor het Centraal Station bij de raadscommissie verdedigde door erop te wijzen dat de raad jaren geleden al had ingestemd met dit ‘visitekaartje voor de stad’ en er ‘dus’ niets meer ter discussie gesteld kon worden aan dit gebouw. Vreemd genoeg stelde géén vertegenwoordiger daarbij de vraag hoe straks –vanaf Plaats, Plein of Vijverberg– dit enorme modieuze gedrocht het panorama voorgoed zal verzieken. Norder vraagt de gemeente wel een borgstelling te verstrekken aan de ontwikkelaar. Hij verdedigt deze steun door te stellen dat in de ogen van alle Hagenaars het Koningin Julianaplein toch  een heel verschrikkelijke plek is, waaraan nodig iets moet gebeuren. 
Maar na dit inkoppertje kon Norder na al die jaren nog steeds geen inrichtingsvoorstel tonen voor het resterende Koningin Julianaplein. Straks een soort benauwde wensput in de schaduw van het M gebouw, Station en New Babylon. Het maken van een echt aantrekkelijk plein aan de Koekamp stond ook niet voorop: er is een heel andere aanleiding voor deze schijnbewegingen omdat een belangrijke inkomstenbron van de gemeente opdroogt. En dat is de grondhandel waarin het verstrekken van vergunningen mede de waarde van de grond bepaalt. Creatieve boekhouders ten stadhuize hebben begrepen dat in ruil voor een kleine borgstelling de grotere vis wordt binnengehengeld: namelijk het te gelde maken van een onaanzienlijk plein aan gemeentegrond.

Covent Garden
Met de bovenstebeste bedoelingen is vanaf de jaren vijftig het Haagse Haven- of Spuikwartier verloederd, gesaneerd en in marktconforme brokken teruggebouwd. Zo eigentijds, zo modieus en tegelijkertijd zo armzalig dat we op elk van de gebouwen én op de manier waarop ze bij elkaar zijn gezet nu al weer uitgekeken zijn.
Met het project om Residentie Orkest, Nederlands Dans Theater en Koninklijk Conservatorium bij elkaar in de buurt te herhuisvesten is door de gemeente aan deze gezelschappen het Cultuurforum Spui opgedrongen. Schmitt, Koolhaas (alwéér) en de diensten kozen ook hier een hip gebaar dat schade toebrengt aan onze stad: op straat en in het panorama. De gezelschappen hebben daarbij niet specifiek gevraagd om huisvesting in één monsterlijk groot gebouw dat de stad opslokt. Volgens Jet de Ranitz van het NDT moeten de gezelschappen wel in elkaars buurt zitten om zalen en voorzieningen te delen. Maar dat kan zoals Niels Veenhuizen van het Residentie Orkest opperde, ook in een Covent Garden-achtige stedelijkheid. Daar zijn opera, markthal, kerk, appartementen, winkels en kantoren verbonden door een bruisende openbare ruimte. Programma onderdelen die in het Wijnhavenkwartier en Spui alle voorhanden zijn.
Op die suggestie had gereageerd moeten worden door de stedenbouwkundigen als opkikker voor de wijde omgeving van het Spuiplein. Of –zoals een raadslid suggereerde– kijk of een dergelijk programma langs het Spui past (Asta, Vijf Poortjes, Marca-pand) om als katalysator een heel gebied te verstedelijken met karakter én economie.
Deze periode van economische recessie kan worden omgebogen in één van culturele bloei. Namelijk een moment van reflectie over identiteit en karakter van onze stad, van wat het betekent om met een afvlakkende bevolking en een sterk afnemende kantorenmarkt te beschikken over een stad met zoveel kwaliteiten. Zodat deze stad welvarend blijft, met een netwerkeconomie die verschillende hofhoudingen dient en waar het fijn wonen en toeven is. Het beeld van die stad is zowel met het Structuurplan 2020 als met de daarna opgetuigde masterplannen niet begrepen of versterkt. Dat heeft Norder op verlies gezet. De burgerij is weer begonnen met tegenmacht te ontwikkelen net als toen zij zich verzette tegen sloop van de Haagse Dierentuin, het Kurhaus of tegen de aanleg van de Dwarsweg. Begin oktober is er een stadssymposium over het beeld van den Haag –komt U ook?

Peter Drijver
Architect Den Haag
Zie ook: www.skyscrapercity.com/forumdisplay.php?f=386