OBJECTIEVE STEDENBOUW ONBEMIND (Wils&Co 1998)

(Wils&Co 1998?)

In augustus 1985 –vlak na de oplevering– werd door Hubert de Boer en Han Michel ‘de Zwarte Madonna’ gerecenseerd in het architectenblad Wonen/TABK. Het artikel ‘Zwarte Kunst van Carel Weeber’ prijst de gevel maar maakt korte metten met de hoofdopzet van het blok, de woning- en ontsluitingstypologie, de eenzijdige woningdifferentiatie en de woningplattegronden. ‘Dit soort vreugdeloze plattegronden lijkt slechts gemaakt met het doel te voldoen aan de ‘Wenken en Voorschriften’’.

Voorts wordt de povere materialisering van het binnenterrein en de binnengevels gekitiseerd en de sociale beheerbaarheid van bergingclusters en parkeerruimte aan de kaak gesteld. In maart ‘85 meldt Ben Houthoff, toenmalig voorzitter van het Stedelijk Overleg Stadsvernieuwing, in de Stadsvernieuwingsbijlage van de Haagsche Courant dat de Zwarte Madonna een slecht voorbeeld is. Hij kritiseert de grove schaal, de sombere materiaaltoepassing en concludeert: ‘Benedenwoningen ontbreken, er straalt geen licht naar buiten. Uit het oogpunt van sociale veiligheid is de Rivierenbuurt er met dat gebouw sterk op achteruit gegaan’.
Anno 2001, wanneer sloop van dit complex op de agenda is gezet, verdeelt het blok voor het eerst de haagse geesten. De bewoners van het complex zijn de slachtoffers en in hun strijd om te blijven wonen in hun huis worden alle tekortkomingen van het gebouw met de mantel der liefde bedekt. Na 15 jaar klaagzingen in de Haagsche Courant hoor je de bewoners even niet meer over de voortdurende beheerproblemen en de moord in de parkeergarage, over de cynische wijze waarop de Zwarte Madonna vorm geeft aan Wonen Aan Een Haagsche Gracht of aan een Binnenhof, over de manier waarop het blok zich afkeert van de Rivierenbuurt, over de geluidsoverlast op het binnenterrein, over de beperkingen van een 3,7 meter brede maisonette woning, over de stukgevroren watermeters en over de niet te lappen ramen en sombere loggiaas. Er is –behalve Carel Weeber– nog nooit iemand opgestaan die het een mooi gebouw vindt of zelfs maar een goed gebouw: de Objectieve Stedenbouw van Weeber heeft misschien verbaal veel los gemaakt maar heeft allerminst geleid tot de objectieve consensus die er over het stadsplan van Barcelona bestaat.


Het Belang van de Volkshuisvesting
Als er al één zinnig argument is tegen de sloop van de Zwarte Madonna dan zou dat moeten zijn het woonrecht van de bewoners en de zorg om de goedkope voorraad in de volkshuisvesting. Beide argumenten zijn betrekkelijk. In den Haag blijkt het woonrecht van zowel de Blauwe Aanslag als aan de chique Laan Copes van Cattenburgh ondergeschikt te zijn geweest aan het gemeentelijk belang van de verkeersruit: het Buitenom wordt verbreed ten koste van de Aanslag en de Laan Copes blijft verkeersriool. Met de groeten van het Poldermodel wordt de Aanslag een passende behuizing elders aangeboden en krijgen de statige huizen aan de Laan Copes gemeentelijk Dubbel Glas tegen het verkeerslawaai.

Datzelfde Poldermodel biedt de zittende bewoners van de Madonna een vervangende woning aan die ‘naar hun zin zal zijn’. Daarmee is het individueel belang wellicht schadeloos gesteld, maar hoe zit het met de goedkope voorraad voor onze kindskinderen? De krokodillentranen die de curieuze coalitie van ontwikkelaars, Weeber en bewoners plengen om die goedkope voorraad te behouden maken geen indruk. De Zwarte Madonna is –evenals de rest van de stadsvernieuwing in de Rivierenbuurt in de jaren 80 en 90– uitsluitend een zaak van sociale woningbouw geweest. In geen 200 jaar was de economische bevolkingssamenstelling in dit deel van de stad zo éénzijdig samengesteld en een ritje door de Rivierenbuurt laat zien wat het gevolg hiervan is voor een hele wijk. Concentraties sociale woningbouw als Kavel 6 en de Zwarte Madonna bieden als éénpansgerechten geen enkel perspectief op een stedelijke, rijke culturele menging die zich verdraagt met de karakteristiek van de historische binnenstad.


Gaan voor de Hoofdprijs
Is het een wijs besluit een nieuw ministerie te bouwen op de plaats van de Zwarte Madonna? Realisering van Hoog Hage –bebouwing boven het emplacement van Centraal Station– is een tour de force die bij uitstek gestart kan worden met de actieve deelname van de Rijksgebouwendienst. De haagse historie bewijst vanaf de wederopbouw dat de al dan niet geslaagde ruimtelijke kernbeslissingen door de rijksoverheid aan de stad zijn voorgesteld. Hier lijkt de stad de kans gemist te hebben een aanzet voor Hoog Hage te realiseren: een majeur project met vele spelers waar geen MAB of Multi alleen aan kan beginnen. Nu het lijkt of de Zwarte Madonna weg kan, is het van belang een verlanglijst van de stad op te stellen voor de locatie en haar omgeving. Wanneer door schraapzucht of hebzucht niet aan die verlanglijst voldaan wordt hebben we pas een echt argument om de Madonna nog maar even te laten staan. Wat wens je zo’n plek toe? Allereerst dat herontwikkeling van de locatie teglijk met de JUBIkavel plaatsvindt. En dat de nieuwe gebouwen beter op de grond staan dan de Zwarte Madonna, dat ze vele adressen vormen aan de omringende straten, dat het malle tochtgat tussen het blok van Justitie en het blok van Binnenlandse Zaken gewoon het laatste stuk Nieuwe Haven wordt en het stuk tussen Madonna en Justitie gewoon een stedelijk straatprofiel. De Resident toont nieuwe mogelijkheden van stedelijk bouwen met hoge dichtheid, maar kan niet worden uitgelegd als legitimatie van torenhoog bouwen alléén. Immers de aansluiting Resident-Rivierenbuurt vraagt een vormgegeven overgang zoals de Resident ook een handreiking doet naar Fluwelen Burgwal en Herengracht (ook de Zwarte Madonna heeft in haar bouwhoogten die schaalsprong...). Weebers plan voor het Spuikwartier stelde destijds een stedelijke structuur voor van blokken: hij maakt er echter abstracte kavels van met één enkele uitdrukking, opdrachtgever en programma. Krier wil dichterbij de stad blijven door ‘letterlijker’ de parcellering, ritmering, geleding, materialisering en differentiatie te volgen in de blokken en aan de straten. Dat heeft de Resident in en buiten de stad vooralsnog héél veel pleitbezorgers opgeleverd.

Download PDF