Kent u ze nog, die deurkrukken van Philite, zwart of ivoorkleurige kunststof in Sabel- of Dudok-model? Elke deur openen een greepklare warme handdruk en de aanblik van de visvormige kruk vanuit elke stoel in de kamer weer anders maar altijd fascinerend elegant. Vandaag de dag leven we onder de Hewi-terreur: deurkrukken in een vormgeving die zich het best laat vergelijken met een pan spaghetti-van-gisteren. Een kunststof deurkruk waarvan het ontwerp telefonisch lijkt doorgebabbeld: een staaf kunststof met een ronde doorsnede maakt twee haakse bochten, tjoept er aan de andere kant van de deur weer uit om andermaal hetzelfde kunstje te vertonen. De Hewi greep laat zich vergelijken met de Philite greep als de moderne Citroën BX, ZX of XM met een ouderwetse Citroën DS. De moderne Citroën is te zien als ruimtelijke vertaling van een tekening van front, profiel en plan: belijning, plooien en hoeken zijn leesbaar als grafiek. Bij de spatborden is zelfs aan te geven wat op het ene blad (front) en het andere blad te zien moet zijn. Daarentegen is noch een DS noch een Philite greep denkbaar als optelsom van een dergelijke set tekeningen. Sterker nog, een tekening van het profiel ervan levert nauwelijks informatie over de driedimensionale ervaring: ze zijn sculptuur.
Uitgerekend Koen van Velzen columneerde dat het produkt van de architect in eerste instantie niet op papier staat -geheel volgens Rietvelds redenering dat de oneindige ruimte pas 'bestaat' wanneer deze begrensd wordt. Zo is ruimtekunst het resultaat van ordening van materiaal en alleen die ordening zet de architect op papier. Dat onze Koen hierbij de werkelijkheid een beetje naar de hand zet mag blijken uit zijn eigen werk: in die bibliotheek lijkt me het bordje STILTE in eerste instantie voor de architect bedoeld. Dit doet al met al niet af aan het belang van Van Velzens pleidooi om de grafische middelen een halt toe te roepen in de architectuur. Als een DS een sculptuur is in het autodesign, wat is dan architectuur in het gebouwendesign?
Zoals Rietvelds Schröderhuis zijn citaat over de begrenzing van de oneindige ruimte het duidelijkst vertaalt naar concrete architectuur, zo lijkt me de Beurs van Berlage de meest heldere definitie van architectuur in de traditionele zin: als formele uitdrukking van materiaal en konstruktie waarmee de ruimte is bepaald. De Beurs is niet middeleeuws, noch romaans, het gebouw moet bij oplevering de verpletterende indruk gemaakt hebben van een vliegende schotel en deja-vu tegelijk; alles bij de Beurs gaat onmiskenbaar over Architectuur. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het materiaal. De consistentie in de materiaalkeuze van de Beurs is vanzelfsprekend en alle materialen volgen op verschillende plekken de hen eigen tectonische vormen. Met die tectoniek vervolgt de Beurs de wegen van de architectuurgeschiedenis.
Een van de belangrijkste kwesties van deze pluralistische tijd is niet de vraag van Carel Weeber welke hoeveelheid stijlen een architect moet beheersen. De kwestie is veeleer in hoeverre de architect zich de vaardigheid eigen kan maken om in het hoofd de kennis van de architectuur inhoudelijk te verwerken en in de pols de ontwerpmiddelen kan beheersen die daarbij uitdrukking zijn. De vaardigheid om de ontwerpmiddelen consistent te hanteren tot aan een mooie gevel toe wordt op de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft niet gedoceerd. Het curriculum daar wordt nu op de eigentijdse leest geschoeid van het Probleem Gestuurd Onderwijs. De traditionele, slecht bezochte en meestal slaapverwekkende hoorkolleges zijn ingeruild voor een onderwijsvorm waarbij de zelfstudie centraal staat in een groep rond een thema ('Blok' of 'Moduul'). De begeleider ervan is een Tutor, die niet per se iets van het probleem af hoeft te weten: nu nog Bouwkundig Ingenieur, maar wie weet over een paar jaar gesjeesd opbouwwerker. Het is beschamend dat bij deze operatie het hoorcollege is verdwenen waarin fascinerende voordrachtenreeksen thuishoren over architectuurgeschiedenis, Braun Hifi, vouwfietsen en Panhard automobielen. Vormleer, anders kan je de techniek ook niet inzetten.