In workshopverband is door een aantal architecten, onder leiding van Joan Busquets, de stadsstedenbouwer en een aantal ontwikkelaars en investeerders een voorstel neergelegd voor de herontwikkeling van de Voldersgracht-Grote Marktstraat. Spuimarkt heet het plan dat voorziet in de herstructurering van dit winkelareaal en het toevoegen van woningen. Deze maanden worden gebruikt om reacties hierop te peilen; ook de Welstandscommissie zal met een uitgebreid en inhoudelijk plancommentaar komen.
Wanneer U een deze dagen de tentoongestelde of gepubliceerde plannen beziet, overdenk dan ook eens het volgende.
De Grote Marktstraat is aangelegd in de twintiger jaren om de schaal van eigentijdse grootwinkelbedrijven te accomoderen en heeft zich ontwikkeld tot ruggegraat van het kernwinkelapparaat met tentakels naar aanliggende centrumgebieden, monumentale pleinen en lanen. Met de ondertunneling van de Grote Marktstraat is het potentiëel ervan –van Bibliotheek/Stadhuis tot Grote Markt– enorm opgevoerd. Waarom ligt er nu geen stedebouwkundige visie die een herstructurering van dat héle gebied voorstelt? Een herstructurering die harmonische inbedding verzekert in de aanliggende straten, de culturele voorzieningen en het historisch erfgoed.
Nu wordt een heel programma geloost op het kruispunt van 4 grondeigenaren –en en passant wordt geconstateerd dat er verder in de stad geen plaats is en het dus tijd wordt voor the vertical city. Torens, blokken en leisure centres worden bijgevolg in de skyline van de stad geplaatst die van het pittoreske uitzicht over de daken en kerken genieten maar de in ruil de skyline niets teruggeven. De les van het Transitorium lijkt niet geleerd.
De Grote Marktstraat zou een autovrije inrichting moeten krijgen met bomen en water als de Prinsegracht: maar daarmee wordt toch het verschil daartussen op een malle manier tekort gedaan? Laat die Grote Marktstraat gewoon een metropolitaine straat blijven –met alles wat daar nu bij hoort. En bij de Grote Markt begint gewoon de stad weer met zijn duizenden straten en huizen. En is de Grote Marktstraat zo Lelijk? Het gebouw van De Bijenkorf is een topstuk, het gereinigde gebouw van Peek en Cloppenburg laat zien hoe vitaal een gemetseld warenhuis kan zijn en Kraaijvangers licht gebogen VenD is een heel behoorlijk zestiger-jaren gebouw. Het is niet duidelijk waarom een enorme hoeveelheid cache-misère ingrepen worden ingezet om de gebouwen klein te krijgen, in te pakken. Het sterkste punt is wellicht het initiatief tot herprofilering van de Voldersgracht –van St Jacobsstraat tot Spuistraat: zo éénvoudig kan stedenbouw zijn! Maar of dit het beste profiel is kunt u zich afvragen. De architectenkeuze is almetal ook niet helder: waarom architecten ingezet die prachtig kunnen ontwerpen met blik, glas, planken en aluminiumprofielen? Een keuze voor een architectuur van metselwerk-met-gaten is een veel voor de hand liggender vehikel om inbedding in de stad voor elkaar te krijgen. En kijk eens naar de voorstellen voor Bezemplein en Gedempte Gracht. Juist waar de Grote Marktstraat zou moeten aanhechten met de historische stad rondom worden in het masterplan én in de uitwerkingen in stedebouwkundige massa en architectonisch beeld voorstellen neergelegd die de historische bebouwing ondergraven en naar het leven staan. Spuimarkt ontbeert zo een sterke visie op de plek in de stad, ondanks Busquets’ aanzetten hiertoe. De Resident is onmiskenbaar nog de visie-vooraf van Rob Krier maar Spuimarkt en Grotiusplaats zijn meer optelsommen van samenhangende projecten.
De Grote Marktstraat kan de zich verjongende ruggegraat genoemd worden van het kernwinkelapparaat, de trekker; slechts het werk van Renzo Piano is voor mij het bewijs dat bewonderenswaardig respect voor de historische stad en verbazingwekkend lichte nieuwbouw verrassend goed samen kunnen. Maar die betovering vind ik bij Spuimarkt nergens.