Het Landgoed Oosterbeek is in de oorlog goeddeels verloren gegaan, uitgezonderd de tuinaanleg in de Landschapsstijl vanJD Zocher sr. en jr. Het andgoed ontstond als boerderij, ontwikkelde zich tot riant langoed en kende voor WOII een korte bloei als ‘Filmstad’.
Interessant is wel dat uit alle perioden nog sporen over zijn. De poort van het
17e eeuwse landgoed is in rudimentaire vorm nog terug te vinden. Het tuinpaviljoen van Zocher jr is nu een woonhuisje, het stalgebouw dat ten tijde van Barnstijns Filmstad werd getransformeerd tot dubbele chauffeurswoning, staat er nog. Het grote filmlaboratorium van Barnsijns Filmstad verrees op de plek van Zochers tuinpaviljoen en werd enigszins verbouwd tbv ateliers en scouts. De filmkluis, fundus en transformatorruimte staan er nog steeds; van het huis resten slechts de oudste funderingsstukken –van het 16e eeuwse dwarshuis. In de tuin tenslotte zijn door de bezetter een drietal bunkers gebouwd. De magnifieke tuinaanleg van Zocher sr en jr ligt er nog redelijk bij.
Op dit moment kent het park verschillende gebruikers: de gebouwen van de Filmstad worden gebruikt door scoutinggroepen en kunstenaars, één van de bunkers is nog in gebruik bij Defensie en een deel van het park is afgezet als vogelreservaat.
Voor een integrale reconstructie van het huis kan niet gekozen worden omdat te weinig betrouwbare gegevens voorhanden zijn. Op basis van het archiefmateriaal is het wel goed mogelijk hoofdmaatvoering, doorsnede en gevelindeling van het huis te reconstrueren.
Er is derhalve voor gekozen het huis te reconstrueren zoals het had kunnen zijn vóórdat beide -weinig harmonische– zijvleugels door Zocher werden toegevoegd. Omdat de kern van het huis zo in haar 18e eeuwse vorm is teruggebracht is ook de vensterindeling hieraan aangepast en wordt het huis uitgevoerd in schoon metselwerk –zonder de 19e eeuwse pleisterlaag. Het huis Oosterbeek harmonieert zo met Huis Clingendael.
Het huis is zo opgezet dat het in een dubbel woonhuis is gesplitst met een entree aan de straatzijde en een entree aan de tuinzijde. De hoofdopzet van het huis is enigszins aangepast: het oorspronkelijke huis had -tot de toevoeging van de salons van Zocher– geen vertrek dat zowel zicht bood op de tuin als op de straat.Een houten garagegebouw is het enige bijgebouw. De privé-buitenruimtes voor bewoners zijn een tweetal plekken direct om het huis: een beschutte plek aan de waterkant en een met Rodondendrons omgeven plek naast het
